God of Elohîm?

 

Inleiding

Jarenlang werd ons verteld dat God groot én machtig is en dat het goddelijke wezen, de Schepper van de aarde zou zijn. Ook weten wij dat hij de mens Adam en Eva (dus man én vrouw) heeft geschapen en dat wij hun afstammelingen zijn, eender welke huidskleur men heeft. In de basis-, middelbare- en hoge scholen is er sprake van een liefdadige God. Maar wat of wie is deze God? Vanwaar komt het woord God of Jezus? Waar haalt de mens dit vandaan? Hebben de kerkvaders, theologen en historici daadwerkelijk goede opzoekingen gedaan zodat wij hier voordeel uit konden halen? Of waren dit allemaal fantasieën die zij ons op hun manier lieten absorberen zodat wij verblind zouden raken door de leugens en de waarheid niet zouden ontdekken voor een mogelijke verlossing?

 

Laten we dit stapsgewijs bekijken.

 
image.jpg

Een sprong in de tijd

In Johannes 4:20-22 zegt Jezus:

“Onze vaders hebben op dezen berg aangebeden; en gijlieden zegt, dat te Jeruzalem de plaats is, waar men moet aanbidden. Jezus zeide tot haar: Vrouw, geloof Mij, de ure komt, wanneer gijlieden, noch op dezen berg, noch te Jeruzalem, den Vader zult aanbidden. Gijlieden aanbidt, wat gij niet weet; wij aanbidden, wat wij weten; want de zaligheid is uit de Joden.”

Als je deze vers op je eigen manier leest, lijkt het alsof er niks aan de hand is. Maar wij willen je echter helpen om dieper te gaan onderzoeken wat dit werkelijk betekent.

 

 

Eerst en vooral willen wij je erop attent maken dat de betrokkenen in die tijd enkel Hebreeuws, Grieks, Latijns en Aramees spraken. Aangezien Jezus een Jood was sprak hij dus Hebreeuws. Je zult wel snel opmerken dat de naam Jezus dan een vertaling is van het Griekse woord “Iesous” (ÅIhsou'ß) en afstamt van de Hebreeuwse naam “Yehowshuwa`”. Met andere woorden, wanneer we zien dat het nodig is om opzoekingen te doen met behulp van de originele teksten, stellen we vast dat er veel waarheden tevoorschijn komen. In Hosea 4:6 lezen we:

Mijn volk is uitgeroeid, omdat het zonder kennis is;”.

Hier is het woord “uitgeroeid” letterlijk “geslacht” want ook dit woord stamt af van het Hebreeuwse woord ‘damah’. Satan is degene die komt uitroeien met zijn valse profeten opdat de kinderen van de Heer (christenen) verleid en misleid worden (Joh.10:10).

Het is dus van cruciaal belang dat iedere discipel van de Heer dagelijks bidt en het Woord leest om niet in verleiding te geraken want zelf zei de Heer:

“Waakt en bidt, opdat gij niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak.”

- Matt. 26:41

 

 

Laten we nu eens terugkijken naar Johannes 4:20-22. Volgens het Woord moest Jezus na zijn doop van Judea, doorheen Samaria, terug naar Galilea stappen. Na een lange wandeltocht was hij uitgeput en zat hij dicht bij een waterput toen plots een vrouw uit gewoonte, naar de waterput kwam om water te halen. Toen vroeg Jezus haar of ze hem water kon geven om te drinken. Uit verbazing deed ze het niet en maaktte Hem duidelijk dat Joden geen gemeenschap hielden met Samaritanen. Dan zegt Hij dit:

“Jezus antwoordde, en zeide tot haar: Een ieder, die van dit water drinkt, zal wederom dorsten; Maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, dien zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.”
-
Joh. 4:13-14

Op een gegeven moment stelt hij haar leven bloot en zegt haar dat ze (de Samaritanen) niet weten wat ze op de berg aanbidden en waar hun vaders hebben aanbeden maar dat de zaligheid uit de Joden is.

Als iemand dit in het hedendaags Nederlands zegt, dan zouden mensen hem/haar als ‘raar’ of ‘gek’ verklaren. Maar wat bedoelde Jezus hier mee?

Simpel.

“…want de zaligheid is uit de Joden.”

  1. “Zaligheid” stamt af van het Griekse woord ‘swthriva’ (soteria) en betekent 'Redder' of 'redding' maar stamt ook van het Hebreeuwse woord “yeshuw’ah” dat ook ‘redder’, ‘redding’ of ‘Yahweh is de redding’ betekent.

  2. De term "Jood" is afgeleid van de naam van Jakob's vierde zoon, Juda - Yehuda in het Hebreeuws - en verwees oorspronkelijk énkel naar de nakomelingen van Juda, die één van de twaalf stammen van Israël waren. Op zijn sterfbed sprak Jakob Juda de rol van leider en koning uit; een voorspelling, die vervuld werd in 869 vr. Chr. toen alle twaalf stammen zich onderwierpen aan de heerschappij van koning David van de stam van Juda. Na de dood van David's zoon, koning Salomo, verdeelde een conflict de twaalf stammen van Israël in twee koninkrijken: het "Koninkrijk van Juda" in het zuiden, die de stammen van Juda en Benjamin omvatte (evenals de Levieten en priesters) en als centrum de hoofdstad Jeruzalem en de Heilige Tempel had; en het "Koninkrijk Israël" in het noorden, dat de andere tien stammen omvatte. In de 5e eeuw vr. Chr. werd het Koninkrijk Israël veroverd door de Assyrische koning Sennacherib en de tien stammen werden in ballingschap gestuurd en gingen verloren. De enige overgebleven Israëlieten waren de inwoners van het Koninkrijk van Juda, en de term "Yehudi" of "Jood" verwees naar alle Israëlieten, ongeacht hun stamdescendentie.

  3. Er is echter een diepere betekenis aan de benaming "Jood". De eerste persoon die een Jood (Yehudi) werd genoemd in de Bijbel was Mordechai, de held van Purim. “Er was een Joods man op den burg Susan, wiens naam was Mordechai, een zoon van Jaïr, den zoon van Simeï, den zoon van Kis, een man van Jemini;" (Esther 2:5). Het is duidelijk dat je de vraag kan stellen waarom Mordechai eerst een ‘Jood’ (of Yehudi) wordt genoemd en dat hij daarna nog eens ‘Jemini’ wordt genoemd, wat betekent dat hij van de stam van Benjamin is. Het is vrij eenvoudig: Jood {Yehudi} + de naam Benjamin {waarvan hij een nakomeling was} = Jemini {of Yemini}.

  4. Echter werd hij nog steeds Jood (Yehudi) genoemd omdat hij afgoderij afwees, en iedereen die afgoderij afwees werd een Jood (Yehudi) genoemd.

 

 

Jezus (Yehoshua) verklaard letterlijk in Joh. 4:20-22 dat Hij de Redder is die afstamt van de stam van Juda (Yehuda). En wie wordt óók de Leeuw van de stam van Juda (Yehuda) genoemd?

Precies.

We lezen in Openb. 5:5 :

“En een van de ouderlingen zeide tot mij: Ween niet; zie, de Leeuw, Die uit den stam van Juda is, de Wortel Davids, heeft overwonnen, om het boek te openen, en zijn zeven zegelen open te breken.”

In Gen. 49:8-12 wordt het Messiaanse gezag bekendgemaakt door een verwijzing naar de “scepter”.

“Juda, wat jou betreft, je broers zullen je prijzen. Je hand zal op de nek van je vijanden zijn. De zonen van je vader zullen voor je buigen. Juda is een jonge leeuw. Je bent van de prooi gekomen, mijn zoon! Hij knielde neer, hij ging liggen als een leeuw, als een leeuwin; Wie zal hem overeind brengen? De scepter zal zich niet verwijderen van Juda, noch de roede van de wetgever van tussen zijn voeten, totdat de Rust komt en het volk hem gehoorzaamt. Hij bindt zijn ezel aan de wijnstok, aan de wijnstok van zijn keuze, het hengstveulen van zijn ezelin. Hij zal zijn kleren wassen in de wijn en zijn kledingstuk in het bloed van de druiven. Zijn ogen stralen van de wijn en zijn tanden zijn wit als melk.”

Je ziet dat we een bijzondere zin hebben onderlijnd die overkomt met een andere vers. Namelijk in Openb. 19:11-13 lezen we wat Johannes in een visie zag:

“En ik zag de hemel opengaan, en zie een wit paard verscheen. En hij die op hem zit heet TROUW en OPRECHT, en hij oordeelt en vecht met gerechtigheid. En zijn ogen zijn als een vuurvlam, en op zijn hoofd staan vele tiaras. Hij heeft een naam opgeschreven die niemand kent behalve hijzelf. En hij was gekleed met een in bloed gedrenkt kledingstuk. En zijn naam heet Het Woord van Elohîm.”

Over wie gaat het hier? Wel, over Jezus zélf en dat kun je via deze volgende vers nagaan:

“En het Woord is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond (en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als des Eniggeborenen van den Vader), vol van genade en waarheid.”
-
Joh. 1:14

→ Dit bevestigd nogmaals dat Jezus de Redder is die afstamt van de stam van Judah (Yehuda). ←

 

 

Er wordt een ander aspect van de Heer meegedeeld wanneer Jakob het over zijn zoon Jozef heeft. Het gaat als volgt:

“Jozef is een vruchtbare tak, een vruchtbare tak aan een fontein; elk der takken loopt over den muur.”
-
Gen. 49:22

Een fontein. Letterlijk (van het Hebreeuwse woord), “ayin” (bron). Wat je moet begrijpen, is dat Yehoshoua de bron van alles wat leeft en vruchtbaar is, is. Denk aan Joh. 4:13-14. 💧

Beiden, de scepter en de bron, zijn aspecten van de Heer.

 

“Maar wat heeft dit nu allemaal te maken met de titel?”

De terugkeer naar de basis/essentie van het Woord. Aangezien er in die tijd Hebreeuws, Grieks, Latijns en Aramees werd gesproken maar voornamelijk Hebreeuws onder de christenen, is het van uiterst belang dat we niet enkel de waarde en de uitleg van de namen te weten komen maar dat de taal eveneens in aanmerking moet worden genomen.

De Hebreeuwse namen (en meestal ook de waarheid) die de zogenaamde “kerkvaders” en “theologen”, die niks anders dan het werk van hun vader en meester (satan) doen, verborgen hielden voor de christenen hebben een zéér belangrijke betekenis en meerwaarde. De Hebreeën gaven namen aan hun kinderen in samenhang met de onthulling/openbaring die ze hadden van de Heer en de namen duidden telkens een karaktertype aan. Er zijn nog andere verklaringen maar we zullen het beperken tot een paar voorbeelden.

Elohim onthuld zich aan Mozes als ‘IK BEN’ (Gen. 3:14). Yahweh komt van ‘Ehyeh asher ehyeh of ‘Hayah asher hayah’, aldus letterlijk ‘Ik zal zijn wie ik zal zijn’ of ‘Ik ben wie ik ben’. Het is ten strengste verboden de naam van Yahweh (YHWH) te zeggen in de Joodse gemeenschap en omdat de Hebreeën de naam van Yahweh niet durfden uit te spreken en Hem zódanig vreesden (wat tot op heden nog steeds het geval is o.a. in het moderne Judaïsme), vervingen ze het met ‘HaShem’ wat letterlijk ‘De Naam’ betekent. En raad eens wat Yehoshua zei:

“Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, opdat hij Mijn dag zien zou; en hij heeft hem gezien, en is verblijd geweest. De Joden dan zeiden tot Hem: Gij hebt nog geen vijftig jaren, en hebt Gij Abraham gezien? Jezus zeide tot hen: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Eer Abraham was, ben Ik.”
-
Joh. 8:56-58

Degenen die Hem toen te woord stonden verdachten Hem van godslastering toen hij hen zijn opperwezen openlijk duidelijk maakte. Dat heb je goed geraden, Yehoshoua is YHWH. Hij identificeert zich met de naam die YHWH aan Mozes had geopenbaard en waar iedereen doodsbang van was die uit te spreken. Daarom kan je begrijpen waarom de ultra-religieuse hoge priesters Jezus (Yehoshua) wouden stenigen.

 

De namen en hun oorsprong.

De namen hebben duidelijk een betekenis en een verhaal. Bv. Yesha’yah (Jesaja), Yirmeyah (Jeremia) etc., zijn allemaal namen waar een duidelijke boodschap achter zit die in samenhang was met hun roeping en missie. Yirmeyah betekent “degene die de Heer heeft aangewezen” en Yesha’yah betekent “de Heer heeft gered”. Het is belangrijk hun verhalen te lezen om dit beter te begrijpen. Er zijn talloze voorbeelden die we u kunnen geven maar dat zal voor een andere blog zijn.

Ten slotte kunnen we je het volgende meegeven:

Lazarus van Bethanië, wiens zusters Myriam en Martha waren, was echter ziek en vervolgens tot sterven toe. Maar Yehoshua meende dat deze ziekte maar een ‘slaap’ was en hij er niet van ging sterven.

“En Jezus, dat horende, zeide: Deze krankheid is niet tot den dood, maar ter heerlijkheid Elohims; opdat de Zone Elohims door dezelve verheerlijkt worde.”

- Joh. 11:4

Echter bleef hij nog een paar dagen waar hij zich bevond alvorens hij terugkeerde naar Judea. Hij zei dat zijn vriend Lazarus sliep (komt van het Griekse “koimao” en betekent “sterven/dood zijn”) en hij ernaar toe zou gaan om hem op te wekken maar de discipelen dachten dat het over de ‘rust des slaaps’ ging.

“Dit sprak Hij; en daarna zeide Hij tot hen: Lazarus, onze vriend, slaapt; maar Ik ga heen, om hem uit den slaap op te wekken. Zijn discipelen dan zeiden: Heere, indien hij slaapt, zo zal hij gezond worden. Doch Jezus had gesproken van zijn dood; maar zij meenden, dat Hij sprak van de rust des slaaps.”

- Joh. 11:11-13

Yehoshua stapte ernaar toe met de discipelen en vond de bedroefde zusters van Lazarus aan het graf van hun broer waar hij al 4 dagen in zat. Martha stapte naar Hem toe en zei:

“Heere, waart Gij hier geweest, zo ware mijn broeder niet gestorven; Maar ook nu weet ik, dat alles, wat Gij van Elohîm begeren zult, Elohim U het geven zal. Jezus zeide tot haar: Uw broeder zal wederopstaan. Martha zeide tot Hem: Ik weet, dat hij opstaan zal in de opstanding ten laatsten dage. Jezus zeide tot haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven; En een iegelijk, die leeft, en in Mij gelooft, zal niet sterven in der eeuwigheid. Gelooft gij dat? Zij zeide tot Hem: Ja, Heere; ik heb geloofd, dat Gij zijt de Christus, de Zone Elohîms, Die in de wereld komen zou.”

- Joh. 11:21-27

Wat een taalgebruik! Hij belooft ons hét eeuwige leven als we in Hem geloven want Hij ìs het Leven. Zélfs als je sterft, zul je leven. Martha geloofde dit en was zó zeker omdat ze wist dat Yehoshoua haar broer terug tot leven kon brengen. Dat deed hij ook zodat iedereen het moment kon aanschouwen.

“Zij namen dan den steen weg, waar de gestorvene lag. En Jezus hief de ogen opwaarts, en zeide: Vader, Ik dank U, dat Gij Mij gehoord hebt. Doch Ik wist, dat Gij Mij altijd hoort; maar om der schare wil, die rondom staat, heb Ik dit gezegd, opdat zij zouden geloven, dat Gij Mij gezonden hebt. En als Hij dit gezegd had, riep Hij met grote stemme: Lazarus, kom uit! En de gestorvene kwam uit, gebonden aan handen en voeten met grafdoeken, en zijn aangezicht was omwonden met een zweetdoek. Jezus zeide tot hen: Ontbindt hem, en laat hem heengaan.”

- Joh. 11: 41-44

 

Hoe kunnen we jou bewijzen dat Yehoshua YHWH is?

Lazarus komt van de Hebreeuwse naam “El`azar” en betekent “Elohîm heeft gered”. “El” is een verkorte term van “Elohîm” en het Hebreeuwse woord “azar” betekent “redden”. En wie is Lazarus komen redden en heeft hem uit de dood opgewekt? Het antwoord laten we aan jou over. 💡

 
Onze boodschap is echter niet dat als men nu Jezus zegt in plaats van Yehoshoua dat: Er minder kans voor hem/haar is om de hemel binnen te treden.Er minder kans is om gered te worden.Hij/zij een onvergeeflijke zonde begaat.Absoluut niet!Het is …


Onze boodschap is echter niet dat als men nu Jezus zegt in plaats van Yehoshoua dat:

  • Er minder kans voor hem/haar is om de hemel binnen te treden.

  • Er minder kans is om gered te worden.

  • Hij/zij een onvergeeflijke zonde begaat.

Absoluut niet!

Het is in beide richtingen. Er is geen garantie dat als m’n de Naam boven alle namen in z’n oorspronkelijke toestand zegt dat zijn plaats in de hemel verzekerd is want de Heer kent onze harten en weet wie Hem oprecht zoekt, wie van Hem houdt, wie een hypocriet is en helemaal niet van Hem houdt.

Toch willen we u iets meedelen: het woord ‘God’. Dit zijn nochtans dingen die men op school heeft gezien, ooit gekend heeft of zelfs heeft gehoord, maar over het hoofd heeft gezien, wat menselijk is. In het Frans komt het woord ‘Dieu’ van het Latijnse ‘Deus’ en het Griekse ‘Theos’ dat ook verwijst naar de Griekse god ‘Zeus’. Dus wanneer mensen dit zeggen verwijzen ze (vandaag nog steeds onbewust) naar Zeus in plaats van naar Yahweh. Dit is een feit.

Uit liefde voor ons, overziet Elohîm de tijden der onwetendheid dus het is nu aan jou, nu je die naam kent, om Zijn naam volgens z’n oorsprong uit te spreken (Hand. 17:30). Want iedereen wilt dat men z’n naam correct uitspreekt dus waarom ook niet de Naam die boven alle namen is gegeven, correct kennen en uitspreken (Fil. 2:9-11)? Ook wij waren voor het eerst verbaasd, maar de waarheid bevrijdt ons. Wij zijn niet beter dan jij die dit leest want we zijn hier samen om van de Meester zelve, namelijk Yehoshua, te leren.

 

Laat ons duidelijk zijn waarom geen god, maar wél Elohîm.

 

“De nauw verbonden term "god" verwijst naar "opperwezen, godheid", en is afgeleid van het Proto-Germaaanse *guthan, van het Proto Indo-Europese (PIE) *ghut-, wat betekent "datgene wat wordt aangeroepen". Guth in de Ierse taal betekent "stem". De term *ghut- is ook de bron van Oudkerkslavisch 'zŭvati' ("aanroepen"), Litouws žavėtibetoveren’, Sanskriet huta- ("aangeroepen", een epitheton van Indra), uit de stam *gheu(e)- (" roepen, oproepen).

Een alternatieve etymologie voor de term "god" komt van de Proto-Germaanse Gaut, die het traceert naar de PIE-wortel *ghu-to- ("gegoten"), afgeleid van de wortel *gheu- ("om te gieten, een bevrijding te gieten"). De term *gheu- is ook de bron van de Griekse khein "gieten". Oorspronkelijk was de Duitse stam een onzijdig zelfstandig naamwoord. Het geslacht van de monotheïstische god verschoof naar het mannelijke onder invloed van het christendom. Alle oude Indo-Europese culturen en mythologieën herkenden daarentegen zowel mannelijke als vrouwelijke godheden.”

Onder invloed van welk “christendom” kunnen wij hier niet achterhalen, maar het zal dan toch niet over het christendom zijn dat Christocentrisch is!

 

Merk op dat het woord ‘god’ eerst en vooral niet bijbels is en dat men met deze benaming niet wordt verwezen naar Yahweh. Het is een verwijzing naar een demon, een Oud-Germaans idool en niet de Almachtige. Volgens diverse bronnen -die trouwens bijna allemaal dezelfde verklaring geven- is het enerzijds een oproeping van een stem of deva via betoveringen (hekserij dus) en anderzijds een Proto-Germaanse formule voor een zogezegde bevrijding. Nu je dit weet, is het onmogelijk om het te vergeten. Het is tijd om dit te vernemen, ook al is het nieuw, door ons erin te verdiepen en uit liefde voor de Heer zullen we er geraken. Als mens kan men fouten maken of zich vergissen, maar wanneer dit opzettelijk als christen wordt gezegd, al wetende dat het fout is, dan begaat men een zonde. De rest laten we aan jou over.

Of beter gezegd, tussen jou en Elohîm.

 
Elohîm


Elohîm

Elohîm is afkomstig van het Hebreeuwse woord "elohiym" en betekent "rechters, godheden, engelen". Bovendien is dit de meervoudige vorm van het Hebreeuwse woord "eloah". De stam van het woord elohîm is "el" wat "machtig" betekent. Dit is ook het meest gebruikte Hebreeuwse woord in de Bijbel om naar de Schepper te verwijzen. De titel Elohîm in het Hebreeuws, is een meervoud van majesteit, om de grootheid en almacht van YHWH, de ware Elohîm (Ge. 1:1), aan te duiden. In de Geschriften kan “elohîm” ook van toepassing zijn op mensen (rechters...), engelen of heidense goden. (Zie Ex. 7:1; 1 K. 11:8; Ps. 8:6 en Ps. 82:6)

Elohîm is de Heer der heren; hij is de Schepper van het universum, de hemelen, de aarde en alles wat zich daarin bevindt. Als architect bij uitstek vormde hij de mens naar zijn eigenbeeld en toonde hij deze, onvoorwaardelijke liefde door zijn incarnatie in Yehoshua ha Mashiach (Jezus Christus). Elohîm stelde zich aan Mozes (Moshe) onder de naam YHWH en zei: "Ik ben wie ik ben", waarmee hij zijn eeuwige karakter liet zien. Hij onthulde zichzelf aan verschillende mensen onder verschillende attributen en aspecten, al naar gelang de omstandigheden waarin men zich kon bevinden, waaruit blijkt dat Hij degene is die alles vervult en dat Hij alles is en ook alles bezit wat de mens nodig heeft.

Zo wordt hij in de Geschriften ontdekt als groot, uniek, ondeelbaar, alomtegenwoordig, alwetend, soeverein, onkreukbaar, wijs, geduldig, heilig, volmaakt, wonderbaarlijk, almachtig, trouw, rechtvaardig en goed. Het is duidelijk dat Elohîm op geen enkele manier en in eender welke taal kan worden gedefinieerd in alles wat Hij is, in zoverre zijn aard aan elke mogelijkheid van grens of beperking ontsnapt. De heiligen (wij dus) zullen echter de eeuwigheid hebben om deze onvergelijkbare Vader te ontdekken.

 

Allelou-YAH

Laten we eindigen met een prachtige omschrijving van dit woord. We zeggen het zo vaak. Dit is iets dat iedereen kent en hoort van op de tv en radio maar wat is de werkelijke betekenis hiervan?

In het Nederlands schrijven we "hallelujah" maar je vindt hierin niks terug met het oog op Yahweh. Het komt van het Hebreeuwse ‘halal’ dat ‘opschepperij’ of ‘opscheppen’ betekent en ‘yah’ die een afkorting van 'Yahweh' is. In plaats van ‘hallelujah’ is het ‘Allelou-Yah’ want dit is een uiting van intense vreugde en erkenning tegenover Yahweh. Letterlijk betekent ‘Allelou-yah’ opscheppen over Yah. Iedere keer dat je dit zegt ben je aan het pochen over Yah, de Almachtige !

 

Alle glorie aan de Koning der koningen, Yehoshua Mashiah.

Discover & share this Elevation Church Sticker for iOS and Android. Bring your texts and messages to life with our collection of GIPHY Stickers.

Vorige
Vorige

Wat is geloven?