Liefde
Liefde is volgens het Woord, niet de liefde die wij als mensen kennen of rondom ons heen zien (media, omgeving,…), maar ze leert ons dat het iemand is. Het is dus niet enkel een gevoel maar een persoon en die persoon is Yahweh.
“Die niet liefheeft, die heeft Elohîm niet gekend; want Elohîm is liefde.”
- 1 Joh. 4:8
Bij de Grieken waren er 8 verschillende termen om “liefde” te definiëren. Hierop komen we verder terug.
▼
Eerst en vooral zegt de Heer aan het kruis dat alles volbracht is. Maar wat betekent ‘volbracht’ precies?
“Toen Jezus dan den edik genomen had, zeide Hij: Het is volbracht! En het hoofd buigende, gaf den geest.”
- Joh. 19:30
Met andere woorden vertelt deze vers ons dat Yehoshoua door zijn offer aan het kruis, de liefde die Yahweh voor ons heeft, heeft vervuld. Dit is de vervulling van de wet. Wanneer Yehoshoua zegt dat hij niet gekomen is om de wet en de profeten te ontbinden maar om ze echter te vervullen (Matt. 5:17) wil dit zeggen dat hij niet alleen de liefde zelve is maar ook de wet, want hij volbrengt het.
Herinner je dat liefde een persoon is volgens 1 Joh. 4:8. Eens je dit hebt kunnen vernemen kunnen we lezen over de vervulling/volbrenging van de wet, toch?
“Meent niet, dat Ik gekomen ben, om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen, om die te ontbinden, maar te vervullen.”
- Matt. 5:17
“De liefde doet den naaste geen kwaad. Zo is dan de liefde de vervulling der wet.”
- Rom. 13:10
“Jezus zeide tot hen: Mijn spijs is, dat Ik doe den wil Desgenen, Die Mij gezonden heeft, en Zijn *werk volbrenge.”
- Joh. 4:34
“Maar Ik heb een getuigenis meerder, dan die van Johannes; want de werken, die Mij de Vader gegeven heeft, om die te volbrengen, dezelve *werken, die Ik doe, getuigen van Mij, dat Mij de Vader gezonden heeft.”
- Joh. 5:36
*komt van het Griekse woord ‘ergon’ en betekent ‘geesteswerk’ of ‘werk van de geest’
De 8 verschillende termen voor de liefde bij de Grieken kun je op zelfstandige basis opzoeken maar wij zullen er 4 van de 8 benoemen namelijk:
Eros (ἔρως, érōs) → erotiek; seksuele/passionele liefde
Storge (στοργή, storgē) → de affectionele liefde of familiale liefde (van ouders naar kinderen toe)
Philia (φιλία, philía) → vriendschappelijke of broederlijke liefde
Agape (ἀγάπη, agápē) → de liefde van Elohim / onvoorwaardelijke liefde
De liefde waarover we het hier hebben is agape. Onvoorwaardelijke liefde is wat de Heer voor ons heeft. De mens integendeel kan niet van Elohîm houden want dit is als mens onmogelijk aangezien het vlees constant in strijd is met de geest (Gal. 5:17). Deze liefde kan je enkel bezitten als je de Heilige Geest in je hebt. Want door deze laatste wordt die liefde in onze harten gezet.
“En de hoop beschaamt niet, omdat de liefde Elohîms in onze harten uitgestort is door den Heiligen Geest, Die ons is gegeven.”
- Rom. 5:5
Wij weten dat Abraham, de vader van het geloof, zijn zoon moest offeren aan de Heer. Hij noemde het ‘aanbidden’ terwijl het kind in zijn hoofd al geofferd was. Ook zien we dat hij niet tegensprak. Hij had 25 jaar gewacht om een kind te hebben, en nu hij eindelijk een zoon had gekregen moest hij hem opofferen.
“En het geschiedde na deze dingen, dat Elohîm Abraham verzocht; en Hij zeide tot hem: Abraham! En hij zeide: Zie, hier ben ik! En Hij zeide: Neem nu uw zoon, uw enige, dien gij liefhebt, Izak, en ga heen naar het land Moria, en offer hem aldaar tot een brandoffer, op een van de bergen, dien Ik u zeggen zal. Toen stond Abraham des morgens vroeg op, en zadelde zijn ezel, en nam twee van zijn jongeren met zich, en Izak zijn zoon; en hij kloofde hout tot het brandoffer, en maakte zich op, en ging naar de plaats, die Elohîm hem gezegd had. Aan den derden dag, toen hief Abraham zijn ogen op, en zag die plaats van verre. En Abraham zeide tot zijn jongeren: Blijft gij hier met den ezel, en ik en de jongen zullen heengaan tot daar; als wij aangebeden zullen hebben, dan zullen wij tot u wederkeren.”
- Gen. 22:1-5
Er was nog geen sprake van opstanding uit de dood vóór Abraham want dat kende hij niet, maar desondanks wist hij, dat Yahweh zijn zoon terug tot leven kon brengen. Daar geloofde hij wel in, en hij geloofde zeker in Yahweh. Symbolisch gezien wilt dit zeggen dat er in de liefde, geloof en offergave zit. Letterlijk was dit de vertoning van de liefde die hij had ten opzichte van Elohîm.
Waarom de offergave?
Elohîm heeft zodanig van de wereld gehouden dat Hij zijn enige Zoon heeft gegeven: Yehoshua. Hier een mooi voorbeeld, als we het fragment in Genesis lezen, hoe Elohîm de wereld schiep, zien we dat hij voor de mens zijn handen gebruikte om deze laatste te vormen, in vergelijking met de natuur die hij via z’n Woord tot bestaan riep. Hij blies hem vervolgens de levensadem in. Om iets naar z’n eigenbeeld te maken, neemt men z’n tijd om dit zorgvuldig te doen en zo ging Hij te werk voor de mens…uit liefde!
“En de HEERE Elohîm had den mens geformeerd uit het stof der aarde, en in zijn neusgaten geblazen den adem des levens; alzo werd de mens tot een levende ziel.”
- Gen. 2:7
Op het kruis heeft Hij zijn leven geofferd om ons te redden opdat wij vergiffenis voor onze zonden ontvangen en het eeuwige leven verkrijgen, zodat we tot in de eeuwigheid met Hem kunnen zijn.
“Want alzo lief heeft Elohîm de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven* heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.”
- Joh. 3:16
*‘Geven’ komt van het Griekse woord divdwmi (didomi) en betekent ‘offeren’ of ‘betalen’.
In het Woord had het de betekenis van ‘geven wat verschuldigd of verplicht is’ of ‘het te betalen salaris’. Yehoshua heeft voor ons letterlijk de prijs betaald volgens 1 Kor. 6:20:
“Want gij zijt duur gekocht: zo verheerlijkt dan Elohîm in uw lichaam en in uw geest, welke Elohîms zijn.”
Niemand kan/zal zijn leven zomaar opgeven en dat is opnieuw op menselijk vlak onmogelijk. Dit is nogmaals het bewijs van de onvoorwaardelijke liefde die de Heer Yehoshua Mashiach (Jezus Christus) voor ons heeft.
“Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven zette voor zijn vrienden.”
- Joh. 15:13
Als we goed terugkijken in de geschiedenis van de mensheid, heeft geen enkel mens zijn leven voor de hele wereld kunnen geven als zijnde een redder en iemand die zonden vergeeft. Niemand sprak ooit over de redding van onze zielen. Het ging meestal om een individu die een visioen of idee had en dat voortzette, maar die door aanhangers als leider of zelfs elohîm werd beschouwd. Dit leidde telkens tot het ontstaan van miljoenen bewegingen, religies of geloofsovertuigingen en zelfs sekten. Maar in hun toespraak, hoorde men niets over de redding…
Als men dit type omgang moet definiëren, gaat het om een “meester-dienaar”-relatie. Waar men regels of afspraken opvolgt en als men er niet in slaagt om te gehoorzamen of alle regels te volgen, dan ontstaat een schuldgevoel dat een werkelijke rem is om vergeving te aanvaarden. In het slechtste geval wordt je binnen zo’n gemeenschap als sukkelaar beschouwd of zelfs uitgestoten. Dit heeft achteraf meestal als gevolg, haat tegenover alles wat geloof of zelfs Yehoshua inhoudt. Men sluit z’n hart dan volledig.
De omgang tussen Yehoshua en allen die in Hem geloven en Hem als Heer en Redder aanvaarden daarentegen, is een relatie van een vader naar zijn kinderen toe.
“Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Elohîms kinderen genaamd worden.”
- Matt. 5:9
“Dat uw licht zo schijnt voor de mensen, opdat zij uw goede daden zien en dat zij uw Vader in de hemelen verheerlijken.”
- Matt. 5:16
“Aan allen die hem hebben ontvangen, aan zij die in zijn Naam geloven, heeft hij de macht gegeven om kinderen van Elohîm te worden,”
- Joh. 1:12
Een vriendschapsrelatie die ontstaat door het gehoorzamen aan Elohîms woorden uit liefde voor Hem.
“Jullie zijn mijn vrienden, als jullie alles doen wat ik jullie beveel. Ik noem jullie niet langer slaven, want een slaaf weet niet wat zijn heer doet, maar ik heb jullie vrienden genoemd omdat ik jullie heb laten kennen wat ik van mijn Vader heb geleerd.”
- Joh. 15:14-15
Hoe kan ik van Elohîm houden?
Yahweh gebood aan de Hebreeërs het volgende:
“Hoor, Israël! de HEERE, onze Elohîm, is een enig HEERE! Zo zult gij den HEERE, uw Elohîm, liefhebben, met uw ganse hart, en met uw ganse ziel, en met al uw vermogen.”
- Deut. 6:4-5
Mozes had de 10 geboden in zijn bezit en dat is 1 van de zaken die Elohîm ook vroeg, ze bij te houden en te respecteren maar ook zeker je leven aan te passen aan deze geboden. De Heer Yehoshua praat zelf ook van geboden die Hij zou gegeven hebben.
“Gij zult u voor die niet buigen, noch hen dienen; want Ik, de HEERE uw Elohîm, ben een ijverig Elohîm, Die de misdaad der vaderen bezoek aan de kinderen, aan het derde, en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten; En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben, en Mijn geboden onderhouden.”
- Ex. 20:5-6
“Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.”
- Joh. 14:15
Nogmaals een bewijs dat Yehoshua Elohîm is omwille van dezelfde bevelen. Wie kan er zomaar een gebod toevoegen, deze bovenop die van Mozes plaatsen en die achteraf bevelen aan de volgelingen/discipelen? Nochtans waren deze geboden zeer gerespecteerd en bevreesd binnenin de Joodse gemeenschap. In ieder geval zegt Yehoshua:
“Dit is Mijn gebod, dat gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb.”
- Joh. 15:12
Daarin zit ook het vragen om vergiffenis en vergeven. En wie volgens de Heer een ander vergeeft, verkiest ook om te vergeten. De liefde van de Heer is niet makkelijk te dragen. Je moet verdraagzaam zijn / verdragen in plaats van de andere, om precies díe andere te winnen. Men kan alleen de Heer vragen om kracht en ondersteuning om deze liefde te dragen, want als men het niet vraagt, kan men ten onder gaan in depressie, teleurstelling en verwarring.
Van Elohîm houden betekent, zijn geboden naleven want ze zijn niet zwaar om op te volgen.
“Want dit is Elohîms liefde: dat wij zijn geboden bijhouden en zijn geboden zijn niet zwaar”
- 1 Joh. 5:3
“Indien gij Mij liefhebt, zo bewaart Mijn geboden.”
- Joh. 14:15
Dit heeft te maken met het erkennen van Yehoshua z’n offer aan het kruis, uit liefde voor ons. Het besef dat wij als zondaars zijn geboren en dat we voor eender welke zonde, vergiffenis verkrijgen. Als we lezen hoe Hij werd gemarteld en als een misdadiger werd beschuldigd, dan kan men zich afvragen ; Waarom zou iemand zo’n vernedering of onrechtvaardigheid verdragen?
Wel, Yehoshua heeft dit uit liefde voor de mensheid verdragen. Hij hield dus van ons, alvorens wij Hem kenden of over Hem hoorden spreken. Dit kan men uitgebreid terugvinden in Jesaia 53:3-9.
Met dit in acht te nemen, zullen we -met zijn Geest die ons sterkte geeft- zijn geboden naleven, niet als iets dat ons wordt opgelegd als discipel van Hem, maar uit liefde voor Hem. Want als mens kunnen we Hem niets in ruil geven voor wat Hij voor ons heeft gedaan, dan ons leven aan Hem te wijden.
“Als Ik tot den kwaadaardige zeg: Gij zult sterven, gij zult sterven! En als gij hem niet waarschuwt, en als gij hem niet spreekt, om hem te waarschuwen, van zijn slechte wegen af te wenden, opdat gij zijn leven redt; die kwaadaardige zal in zijn ongerechtigheid sterven, maar zijn bloed zal Ik van uw hand eisen.”
- Ez. 3:18
Aangezien Elohîm zo liefdevol is, kan Hij een zondaar niet in z’n zonde zien sterven. Daarom beveelt Hij zijn discipelen om elkaar onderling steeds te waarschuwen voor het gevaar, dus ook als er enkelen zondigen of van het goede pad afwijken en dit nog steeds uit liefde. Hier hebben we een proces van gehoorzaamheid in samenhang met het bevestigen van Elohîm’s liefde, dus … doen!
Yehoshua zei ook dat wij elkaar lief moeten hebben of van elkaar moeten houden als van zichzelf. Hij sprak eveneens over onze naaste. De liefde onder kinderen van Elohîm is hét kenmerk dat ons identificeert als werkelijke christenen.
“Hieraan zal iedereen weten dat jullie mijn leerlingen zijn, als jullie liefde voor elkaar hebben.”
- Joh. 13:35
Hieraan merken we dat we niet van Elohîm kunnen houden - die wij niet (altijd) met het blote oog zien - als we niet van onze naaste houden. We hadden het daarnet over de kwaadaardigen, wel die zijn ook je naaste. Liefde volgens Elohîm wil zélfs voor deze laatste het kwade niet, maar in tegendeel wil hij dat :
“…alle mensen gered worden en dat zij tot de nauwkeurige en juiste kennis van de waarheid komen.”
- 1 Tim. 2:4
Als hij dus, als Schepper van het hele universum, wil dat iedereen gered wordt, dan moet jij dat ook willen. Met andere woorden, mag je niemand het slechte toewensen. Er valt heel veel te zeggen over liefde volgens Elohîm, we kunnen ons er nog in verdiepen, maar we proberen je zo al een uitgebreid beeld te geven van wat échte liefde is, zo kan je jezelf er verder in verdiepen.
“Wij weten, dat wij overgegaan zijn van den dood naar het leven, omdat wij de broeders liefhebben; die zijn broeder niet liefheeft, blijft in den dood. Een iegelijk, die zijn broeder haat, is een doodslager; en gij weet, dat geen doodslager het eeuwige leven heeft in zich blijvende. Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij Zijn leven voor ons gesteld heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders het leven te stellen.”
- 1 Joh. 3:14-16
We hadden het eerder over verschillende vormen van liefde en aan de hand van de hele uitleg en waarom er hier over échte liefde wordt gesproken, is omdat al deze andere vormen op menselijk vlak jammergenoeg een grens hebben. Vandaag de dag, komen we verschrikkelijke dingen te weten over wat tussen twee geliefden kan gebeuren, evenals tussen ouders en kinderen of tussen broeders en zusters onderling. De mens kan overal, rond hem heen en zelfs in zijn dichtste omgeving, kwaad doen.
Als we daar een verklaring aan kunnen geven; ieder vecht om zijn eigen belang en eisen. Als de ander niet kan voldoen aan de eisen die men heeft, dan ontstaat teleurstelling, woede, verdriet en dus een moeilijke vergeving. Daarom is vergeving ook een sleutelwoord in het liefdespakket volgens het Woord.
Nu, het goede nieuws is dat de onvoorwaardelijke liefde, geen grens heeft. Die gaat samen met rechtvaardigheid. Het juiste evenwicht vinden we als we elk het belang van Yehoshua trachten te zoeken.
Dan kunnen we deze woorden bijhouden:
“Liefde is geduldig, zij toont zich zacht voor, liefde is niet afgunstig, liefde schept niet op, zij is niet opgeblazen, zij doet niets onfatsoenlijk, zij zoekt haar eigen belang niet, ze ergert zich niet, zij houdt geen rekening met het kwaad, zij verheugd zich niet in onrechtvaardigheid, maar verheugd zich in de waarheid.
Zij bedekt alles, zij gelooft alles, zij hoopt in alles, zij verdraagt alles.
- 1 Kor. 13:4-8
/cms/legacy/427381/original.gif){kind=link}