De Splitsing
Een scheiding
Wanneer iemand de Heer in zijn leven aanvaardt, verwacht Elohîm dat men alles achter zich laat. Er moet een duidelijk verschil zijn tussen de persoon die je was en de persoon die je geworden bent. Daar zullen we later nog wat dieper op ingaan. Men is een nieuw schepsel geworden en wedergeboren wanneer men de Heer Yehoshua aanvaard.
Paulus zegt het volgende:
“Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.”
- 2 Kor. 5:17
We zijn niet meer dezelfde die verblind en onbewust waren ten opzichte van geestelijke realiteiten die ons omsingelen.
“Want ook wij waren eertijds onwijs, ongehoorzaam, dwalende, menigerlei begeerlijkheden en wellusten dienende, in boosheid en nijdigheid levende, hatelijk zijnde, en elkander hatende. Maar wanneer de goedertierenheid van Elohîm, onzen Zaligmaker, en Zijn liefde tot de mensen verschenen is, Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid, die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid, door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes; Denwelken Hij over ons rijkelijk heeft uitgegoten door Jezus Christus, onzen Zaligmaker;”
- Tit. 3:3-6
Er is ook sprake van de ‘oude mens’. Dit is een verwijzing naar onze oude gewoontes, verlangens en lusten. Dit is hetgeen we moeten kruisigen om verder te kunnen gaan met de Heer. Men kan voor de Heer niet nuttig zijn als men voordien geen definitieve beslissing neemt en/of een verbintenis aangaat om Hem te volgen.
“Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade te meerder worde? Dat zij verre. Wij, die der zonde gestorven zijn, hoe zullen wij nog in dezelve leven? Of weet gij niet, dat zovelen als wij in Christus Jezus gedoopt zijn, wij in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop in den dood, opdat, gelijkerwijs Christus uit de doden opgewekt is tot de heerlijkheid des Vaders, alzo ook wij in nieuwigheid des levens wandelen zouden. Want indien wij met Hem een plant geworden zijn in de gelijkmaking Zijns doods, zo zullen wij het ook zijn in de gelijkmaking Zijner opstanding; Dit wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het lichaam der zonde te niet gedaan worde, opdat wij niet meer de zonde dienen.”
- Rom. 6:1-6
Discipline
Discipline speelt een grote rol in het christelijk leven. Dit is een eerste kenmerk van het woord “discipel”. Discipline bezitten heeft veel betekenissen. Men moet standvastigheid hebben ten opzichte van alles wat het tegenovergestelde is van het Evangelie. We moeten eveneens vastberaden zijn om het werk dat de Heer ons toevertrouwd, met stabiliteit en orde te doen. Deze vastberadenheid is zeker ook toepasselijk in het alledaagse leven bv. : enkel wanneer nodig, eten, praten of drinken.
Dit is wat Yehoshua zegt over de discipel:
“En de elf discipelen zijn heengegaan naar Galilea, naar den berg, waar Jezus hen bescheiden had. En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden. En Jezus, bij hen komende, sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde. Gaat dan henen, onderwijst al de volken, dezelve dopende in den Naam des Vaders, en des Zoons, en des Heiligen Geestes; lerende hen onderhouden alles, wat Ik u geboden heb. En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld. Amen.”
- Matt. 28:16-20
Uit deze onderlijnde zin kan je niet veel halen als het gaat over discipelschap. De zin is ook niet correct vertaald. Wat als we nu eens de originele teksten en verklaring erbij namen, hm?
In Matt. 28:19 wordt de zin dan:
“Ga daarom en maak discipelen van alle volken en doop ze in de naam van de Vader, de Zoon en van de Heilige Geest,”
Want ‘discipel’ komt van het Griekse woord “maqhthvß” (mathetes) of “leerling”, van het werkwoord “manqavnw” (manthano) dat “leren” betekent.
Maar de vraag is: van wie zijn wij leerlingen? Van de Meester zelve, Yehoshua. Er wordt ons een bevel gegeven dat wij aan alle volken het Evangelie moeten verkondigen en van hen discipelen van de Heer maken. Natuurlijk zijn wij niet degenen die de harten van de mensen raken (overtuigen), maar Elohîm wel. De leerlingen hebben maar 1 professor of meester, en kunnen enkel doen wat zij van hun meester ontvangen en geleerd hebben. Niemand kan boven zijn meester staan en dat bevestigd Yehoshua in Luc 6:40:
“De discipel is niet boven zijn meester; maar een iegelijk volmaakt discipel zal zijn gelijk zijn meester.”
Dit betekent dat wij perfect gelijk onze Meester, die het is, zullen zijn. Deze vers is jammer genoeg (je raadt het al) fout vertaald geweest. De correct vertaalde vers is namelijk als volgt:
“De discipel staat niet boven zijn dokter, maar volledig uitgerust, zal hij net als zijn dokter zijn.”
Waarom “dokter”? Omdat hier het Griekse woord ‘didavskaloß' (didaskalos) wordt gebruikt dat dokter, leraar of meester betekent. Het werkwoord daarvan is ‘didasko’ en betekent ‘leren, onderwijzen of scholen’. In het algemeen probeert de Heer ons duidelijk te maken dat wij net als Hem moeten zijn aangezien Hij ons alles aanleert via Het Woord (dat Hijzelf is). Hij leert ons om Zijn (de Mashiach/Messias) karakter te hebben en het discipline dat Hij heeft, beveelt Hij ons te hebben als discipelen (het is niet voor niks dat deze 2 woorden op elkaar lijken).
Wij kunnen als mens natuurlijk in de fout gaan, want de geest is gewillig maar het vlees is zwak. Als een krijgsman van de Heer, sta je echter zo snel mogelijk terug recht en geef je niet op. Let er ook op dat wanneer een broeder of zuster valt (in de zonde), je hem/haar moet helpen om terug op beiden voeten te staan zonder zelf in verzoeking te geraken. Over de discipline in de kerkgemeenschap vindt je meer in Matt. 18:15-20.
We lezen in Gal. 6:1:
“Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt.”
Als christen moet je er alles aan doen om niet in verleiding te geraken teneinde de behoeftes van het vlees te bevredigen. Aangezien het op menselijk vlak niet mogelijk is, doe je best verzoek bij de Heer, die je de kracht geeft om de verleiding te weerstaan. Stel je maar eens voor, dat jij in verleiding raakt tot op het punt te zondigen, omdat het vlees over jou heerst in plaats van de geest, hoe kunnen anderen bevestigen/getuigen dat jij hanteert wat je preekt?
“Maar ik bedwing mijn lichaam, en breng het tot dienstbaarheid*, opdat ik niet enigszins, daar ik anderen gepredikt heb, zelf verwerpelijk** worde.”
- 1 Kor. 9:27
*letterlijk tot slavernij brengen; van het Griekse woord ‘doulagwgevw’ (doulagogeo) —> een slaaf te maken, en hem te behandelen als een (ernstige) slaaf; onderworpen aan een strenge en stevige discipline.
**Komt van het Griekse woord ‘adokimos’ dat ‘vals’ of 'niet-goedgekeurd' betekent. In deze context eerder ‘degene die niet bewijst wat hij zou moeten bewijzen’.
In 1 Kor. 5 lezen we dat Paulus de misdaden van de kerkgemeenschap van Korinthe (Griekenland) blootstelt. De Gemeenschap in Korinthe was namelijk vleselijk opgesteld en was echter van het goede pad aan het afdwalen. Omdat ze veel kennis en geestelijke gaven hadden, stonden ze bekend voor hun hoogmoedigheid. Er werd zelf een incest-zaak uitgestald. De Kerk moest zich herpakken en zich afscheiden van valse broeders (christenen) die in de kerk aanwezig waren.
“Uw roem is niet goed. Weet gij niet, dat een weinig zuurdesem* het gehele deeg zuur maakt? Zuivert dan den ouden zuurdesem* uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus.”
“Maar die buiten zijn oordeelt Elohîm. En doet gij dezen boze uit ulieden weg.”
- 1 Kor. 5:6-7 + :13
*"Zuurdesem" komt van het Griekse woord “zuvmh” (zum). Letterlijk is dit "zuurdeeg" of "gistmiddel" maar het is een metafoor/beeldspraak voor diepgewortelde morele en mentale corruptie, in overeenstemming met de neiging om anderen te besmetten. In deze context symboliseert het de zonde, met name hoogmoed, omdat deze opblazing veroorzaakt (Spr. 21:4; 1 Kor. 4:18, 13:4), schijnheiligheid en valse leerstellingen (Mt. 16:11-12; Luc. 12:1). Nu heb je een beter inzicht over waarom de kinderen van Elohîm zich moeten afscheiden van al degenen die Yahweh niet vrezen.
Wist je dat de benaming ‘christenen’ werd gebruikt door niet-Joodse (ongelovige) naties om te verwijzen naar volgelingen van de Heer? Yehoshua heeft ons zélf nooit zo genoemd!
“En het is geschied, dat zij een geheel jaar samen vergaderden in de Gemeente, en een grote schare leerden; en dat de discipelen eerst te Antiochië Christenen genaamd werden.”
- Hand. 11:26
De weegschaal
Belangerijk is het dat we het even hebben over de onderlijnde zin in Tit. 3:5 ; “..niet uit de werken der rechtvaardigheid”. Zoals je wel weet zijn de listige omleidingen des duivels op een zódanig kwaadaardige manier opgesteld om de ware kinderen Elohîms te verleiden en te misleiden. Je hoort het wel vaker dat mensen denken dat ze goede mensen zijn door hun rechtvaardige daden. Sommige gaan zelfs denken dat hun daden op het einde van de rit, worden gewogen op een soort van “weegschaal der lot” die hun hiernamaals zal bepalen. Ooit eens nagedacht vanwaar al deze eigenaardige theorieën vandaan komen? Het wegen van het hart komt van de Egyptische ritus/ceremonie (mythologie). Een ritueel waar het lot van een mens wordt bepaald. Volgens de Bijbel, volledig onjuist dus.
“Een bedriegelijke weegschaal is den HEERE een gruwel; maar een volkomen weegsteen is Zijn welgevallen.”
- Spr. 11:1
“Het offer der goddelozen is den HEERE een gruwel; maar het gebed der oprechten is Zijn welgevallen.”
- Spr. 15:8
Mensen kunnen goede daden verrichten voor allerlei redenen maar wat zegt het Woord hierover? Je kunt goede daden verrichten maar dat maakt van de mens nog steeds geen goed persoon want niemand is goed als het niet énkel Elohîm is.
“En Jezus zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed, dan Één, namelijk Elohîm.”
- Mark. 10:18
Ooit gehoord van vrouwe justitia of Justitia? Zij zou de personificatie van orde en recht zijn. Natuurlijk is dit alweer eens fout. Dit is godenleer/mythologie die de mens verward en gaat aanzetten tot het geloof en vereren van die zogezegde ‘opperwezens’. Tegenwoordig zijn er zoveel afgoden dat mensen denken dat het werkelijke verlossers zijn of iets vertegenwoordigen maar onbewust worden ze enkel maar verder van de Heer verwijderd, door er in te geloven. Justitia’s standbeeld staat in scholen, parlementsgebouwen, voor justitiepaleizen, etc.. Desondanks zijn er nog steeds talloze onopgeloste moordzaken, criminelen die worden veroordeeld met een milde straf en kort daarna weer vrijgelaten worden en alle andere zaken waarvoor mensen fronsen. De enige Verlosser is Yahweh. Hij is de rechtvaardige Rechter.
“Ik betuig dan voor Elohîm en den Heere Jezus Christus, Die de levenden en doden oordelen zal in Zijn verschijning en in Zijn Koninkrijk”
- 2 Tim. 4:1
“Voorts is mij weggelegd de kroon der rechtvaardigheid, welke mij de Heere, de rechtvaardige Rechter, in dien dag geven zal; en niet alleen mij, maar ook allen, die Zijn verschijning liefgehad hebben.”
- 2 Tim. 4:8
“En ik zag den hemel geopend; en ziet, een wit paard, en Die op hetzelve zat, was genaamd Getrouw en Waarachtig, en Hij oordeelt en voert krijg in gerechtigheid.”
- Openb. 19:11
Zijn oordeel over de mensen in deze wereld zit er aan te komen. We zien de tekens van het einde en van zijn aankomst dus het is hoog tijd om een beslissing te nemen en je aan de juiste kant te begeven. Hij biedt jou het eeuwige leven na de dood aan en je wordt gespaard van de toorn.
De predestinatie
Nu we dit uitgeklaard hebben kunnen we verder naar een andere opheldering, namelijk de ‘predestinatie’. De voorbestemming door Elohîm volgens de theorie van de theoloog Johannes Calvijn, die beweerde dat iedereen al voorbestemd is om naar de hemel of naar de hel te gaan sinds de geboorte of sinds altijd, is volledig onjuist. Alweer. Dit spoort sommigen aan om te volharden in hun zonde omdat ze denken dat het toch al om zeep is. Velen zijn in deze valkuil gestruikeld en tot op heden nog steeds maar gelukkig is Het Woord er om alles recht te trekken en de puntjes op de ‘i’ te zetten. Voor alle duidelijkheid: Elohîm wilt dat iedereen gered wordt.
“Welke wil, dat alle mensen zalig* worden, en tot kennis der waarheid komen.”
- 1 Tim. 2:4
*Herinner u dat ‘zalig’ van het Hebreeuwse woord ‘yeshuwah’ komt en ook ‘redder’, ‘redding’ of ‘YHWH is redding’’ betekent. Hier wordt aldus duidelijk gemaakt dat Elohîm wilt dat alle mensen gered worden.
De ware voorbestemming of predestinatie betekent dat de persoon al van te voren gekend is door de HEER.
Jer. 1:4-5: “Het woord des HEEREN dan geschiedde tot mij, zeggende: Eer Ik u in moeders buik formeerde, heb Ik u gekend, en eer gij uit de baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u den volken tot een profeet gesteld.”
Gal. 1:11-16: “Maar ik maak u bekend, broeders, dat het Evangelie, hetwelk van mij verkondigd is, niet is naar den mens. Want ik heb ook hetzelve niet van een mens ontvangen, noch geleerd, maar door de openbaring van Jezus Christus. Want gij hebt mijn omgang gehoord, die eertijds in het Jodendom was, dat ik uitnemend zeer de Gemeente Elohîms vervolgde, en dezelve verwoestte; En dat ik in het Jodendom toenam boven velen van mijn ouderdom in mijn geslacht, zijnde overvloedig ijverig voor mijn vaderlijke inzettingen. Maar wanneer het Elohîme behaagd heeft, Die mij van mijner moeders lijf aan afgezonderd heeft, en geroepen door Zijn genade, Zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Denzelven door het Evangelie onder de heidenen zou verkondigen, zo ben ik terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed;”
Rom. 8:29: “Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen.”
Ef. 1:3-6: “Gezegend zij de Elohîm en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus. Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, vóór de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; Die ons te voren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil. Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft in den Geliefde;”
De roeping
De Heer gaat je op een gegeven moment naar Hem toe sleuren. Dit is het moment wanneer de Heer jou overtuigt van de zonde. Letterlijk gebruiken we het Griekse woord “elegcho” dat “veroordelen” betekent. Hij gaat jou zonde met overtuigingskracht aan het licht brengen. Je zult snel inzien dat wat je deed fout was in de ogen van de Heer en je gaat je triestig voelen uit belijdenis maar tegelijkertijd een verlossing voelen van je ‘oude mens’.
“Niemand kan tot Mij komen, tenzij dat de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke*; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage.”
- Joh. 6:44
*Letterlijk ‘sleept’ van het Griekse werkwoord “helkuo” (slepen).
Na het veroordelen van je zonde gaat Hij je rechtvaardigen. Hoe? Wel, enkel door te geloven ben je al gerechtvaardigd.
“Doch dengene, die niet werkt, maar gelooft in Hem, Die den goddeloze rechtvaardigt, wordt zijn geloof gerekend tot rechtvaardigheid.”
- Rom. 4:5
“Zo zij u dan bekend, mannen broeders, dat door Dezen u vergeving der zonden verkondigd wordt; En dat van alles, waarvan gij niet kondet gerechtvaardigd worden door de wet van Mozes, door Dezen een iegelijk, die gelooft, gerechtvaardigd wordt.”
- Hnd. 13:38-39
Wij zijn echter al gerechtvaardigd door Yehoshua’s bloed en dood. Het is niet voor niks dat Paulus het volgende schrijft:
“Veel meer dan, zijnde nu gerechtvaardigd door Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van den toorn. Want indien wij, vijanden zijnde, met Elohîm verzoend zijn door den dood Zijns Zoons, veel meer zullen wij, verzoend zijnde, behouden worden door Zijn leven.”
- Rom. 5:9-10
In een volgende stap gaat de Heer je scheiden van meerdere aspecten/personen/vriendengroepen waartoe je behoorde maar nu geen deel meer van uit maakt. Bv. om het werk te kunnen doen dat de Heer jou heeft toevertrouwd, zal Hij je scheiden om je nog een stap verder te brengen.
“En er waren te Antiochië, in de Gemeente, die daar was, enige profeten en leraars, namelijk Barnabas, en Simeon, genaamd Niger, en Lucius van Cyrene, en Manahen, die met Herodes den viervorst opgevoed was, en Saulus. En als zij den Heere dienden, en vastten, zeide de Heilige Geest: Zondert Mij af beiden Barnabas en Saulus tot het werk, waartoe Ik hen geroepen heb.”
- Hnd. 13:1-2
De Heer zal je in eerste instantie scheiden van:
de zonde
je omgeving/plaats (geografische ligging)
slecht gezelschap of vrienden/familiekring
Met slechte gezelschap wordt bedoeld: de mensen die rondom jou niet van Elohîm willen en die jou geloof kunnen verderven door jou steeds op hun pad te willen brengen. Iemand die zich niet laat doen zal zich ongeacht scheiden van zo’n mensen (en dus meteen bestreden worden) want die willen niet dat je vooruit geraakt met de Heer. De duivel zal hier gebruik van maken om doorheen jou vriendengroep en zélfs familieleden, je op een negatieve manier te beïnvloeden en als je zwak staat tegenover de ‘druk’ die ze heel subtiel op je gaan zetten, dan zal je toegeven.
Dwaalt niet. Kwade samensprekingen verderven goede zeden.
- 1 Kor. 15:33
Deze scheiding is echter onontbeerlijk voor de samenwerking en geestelijke groei.
“Want van u is het Woord des Heeren luidbaar geworden niet alleen in Macedonië en Achaje; maar ook in alle plaatsen is uw geloof, dat gij op Elohîm hebt, uitgegaan, zodat wij niet van node hebben, iets daarvan te spreken. Want zijzelven verkondigen van ons, hoedanigen ingang wij tot u hebben, en hoe gij tot Elohîm bekeerd zijt van de afgoden, om den levenden en waarachtigen Elohîm te dienen; En Zijn Zoon uit de hemelen te verwachten, Denwelken Hij uit de doden verwekt heeft, namelijk Jezus, Die ons verlost van den toekomenden toorn.”
- 1 Thess. 1:8-10
Het is altijd voor een doel dat de Heer ons gebruikt want wij zijn enkel kanalen van Yahweh waaruit het Woord voortvloeit en onze daden tonen aan dat we christenen zijn om op die manier de ongelovigen het Evangelie te verkondigen opdat zij ook gered en verlost worden. Indien zij dit horen, zal het hun harten doordringen.
Het is overduidelijk dat wij ons niet kunnen mengen met het kwade en met hetgeen ons onrein maakt. We moeten heel voorzichtig zijn met wat we zeggen en doen maar ook waar we naartoe luisteren. Je kan raar bekeken worden of zelfs gehaat worden omdat je eerder naar de Heer luistert in plaats van naar de mens. Mensen kunnen je verlaten en dat is iets dat de Heer kan toelaten om je af te zonderen en meer op te leiden. Het volledige proces is Bijbels.
Wie de Heer wilt volgen moet zijn oude leven en gewoontes laten vallen, zijn ogen richten op Yahweh en zijn eigen kruis dragen. Wij mengen ons niet met ongelovigen in die zin dat wij niet hetzelfde gaan praten, denken, doen en zelfs ons leven leiden. Ook in het algemeen mengen we ons niet. Althans degene die naar de hemel wilt en waakt. (1 Kor. 15:33)
“Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? En wat samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft de gelovige met den ongelovige? Of wat samenvoeging heeft de tempel Elohîms met de afgoden? Want gij zijt de tempel des levenden Elohîms; gelijkerwijs Elohîm gezegd heeft: Ik zal in hen wonen, en Ik zal onder hen wandelen; en Ik zal hun Elohîm zijn, en zij zullen Mij een Volk zijn. Daarom gaat uit het midden van hen, en scheidt u af, zegt de Heere, en raakt niet aan hetgeen onrein is, en Ik zal ulieden aannemen.”
- 2 Kor. 6:14-17